
Van toen tot nu – Inclusief ‘het eiland tijdens de Tweede Wereldoorlog’ –
Lange tijd lag het eiland vast aan de rest van Friesland. op 13 en 14 december 1287 werd Nederland getroffen door een rampzalige overstroming, de Sint Luciavloed. Grote stukken verdwijnen in zee en Nederland ziet er ineens heel anders uit. Uit deze storm ontstonden onder andere de Zuiderzee en de Waddenzee. Het begin van het eiland Schiermonnikoog.
Monniken op het eiland
In de Middeleeuwen was het eiland een uithof (klooster) van het cisterciënzer klooster Claerkamp (betekenis: ‘mooi schitterend veld’) uit Rinsumageest bij Dokkum. Claerkamp was het eerste cisterciënzer klooster in Noord-Nederland (Friesland) en werd gesticht omstreeks 1165. De monniken droegen witte kappen. De lekenbroeders droegen grijze pijen. Zo ontstond de naam van het eiland: ‘schier’ betekent grijs en ‘oog’ is hetzelfde als ‘eiland’. In 1440 dijkten de lekenbroeders het eiland in om er landbouw te kunnen bedrijven.
Het wapen van de gemeente Schiermonnikoog vertoont nog de beeltenis van een monnik met grijze pij. Op de witte zuidertoren (vroeger vuurtoren) staat een Schiere monnik in koper.
Dorpen en de worsteling met de zee
Vroeger lag er op de plek van het huidige Westerstrand het dorp Westerburen. Op een kaart uit de 17e eeuw zijn te zien een kerk, een molen en veertien huizen. In 1570 moesten de woningen in het westen van het dorp afgebroken worden. De zee sloeg namelijk langzaam aan duinen weg en de wind blies zand van de duinen tegen de huizen. In de loop van de tijd begon met de huizen dan ook steeds meer naar het oosten te bouwen en wel in de buurtschappen Oosterburen en Molenbuurt. Maar zee en de geul Scholkbalg kwamen dichterbij.
Zeewater spoelde regelmatig de huizen binnen. Vanaf 1717 werd huis na huis weggeslagen door zware stormen. bijvoorbeeld tijdens de Kerstvloed van 1717 en de Nieuwjaarsvloed van 1720. Men ging huizen en een kerk bouwen in de buurtschap Dompen (dat was wat nu iets ten zuiden van de Westerplas is). Ook werden er al huizen gebouwd op de plek wat nu het huidige dorp is met nu nog te zien, huize ‘Marten’ uit 1721. Uiteindelijk verhuisde iedereen naar de plek van het huidige dorp. Rond 1760 werden lage dijkjes aangelegd in de kwelder ten zuiden van het huidige dorp.
Eigenaren van het eiland
Op 14 maart 1580 besluiten de Staten van Friesland om de Roomse eredienst af te schaffen (Friesland ging over van het katholicisme naar het protestantisme) en dragen zij de gedeputeerde Staten op om de roerende en onroerende goederen van de kloosters in Friesland te registreren en vervolgens de roerende goederen te verkopen en de opbrengsten ten gunste van de Landschap Friesland aan te wensen. Door dit besluit wordt het eiland dan geheel of gedeeltelijk eigendom van de Landschap Friesland. Door geldgebrek (Tachtig jarige Oorlog) besluiten de Staten van Friesland om het eiland als ‘Heerlijkheid’ te verkopen. Daardoor werd het eiland van 1638 tot 1859 weer particulier eigendom.
Familie Stachouwer
Eerst werd het eiland verkocht aan Gabinius Wiegers Botma en Hendrik van Marssum. Zij waren echter niet geïnteresseerd in de exploitatie van het eiland. Ze verkochten het eiland een jaar later aan Pieter Bauckes Houckema. Houckema ontwikkelde plannen voor een agrarische exploitatie van het eiland en liet voor dit doel een groot huis met een aantal schuren bouwen. Vanwege een slechte gezondheid moest hij het eiland verkopen en wel aan de heer Johan Willem Stachouwer. Van 1640 tot 1859 was het eiland in het bezit van de familie Stachouwer voor 20.000 goudguldens. De heer Stachouwer liet op het eiland het slot Rijsbergen bouwen. De familie had een streng bouwplan voor het dorp. Zo werden twee lange straten (‘streken’) in oost-west lopende richting aangelegd (Voorstreek en Middenstreek). En er werden meer verordeningen uitgevaardigd; zo was het niet toegestaan om zoden uit de kwelder te steken en mochten bewoners – om beschadiging van oever en duinen te voorkomen – alleen op daartoe aangewezen plaatsen over de duinen naar het strand.
John Eric Banck
Van 1858 tot 1893 was de Hagenaar Mr. Johann Erich Banck eigenaar van het eiland. Hij kocht het eiland voor 98.000 gulden. Banck liet voor eigen rekening een nieuwe waddendijk aanleggen, waardoor in 1860 de Banckspolder ontstond. Ook liet hij de duinen beplanten met helmgras om zo zandverstuivingen tegen te gaan. In de 19e eeuw werkten veel eilanders in de koopvaardij en de kustvaart als stuurman of kapitein. Ze verdienden veel geld en lieten grote huizen bouwen aan de Middenstreek en Langestreek.
Oog voor toerisme
Banck zag ook de mogelijkheden van het toerisme. Zo liet hij bij de vuurtoren een eenvoudig paviljoen bouwen, kocht een schip voor de zomerverbinding Groningen-Schiermonnikoog en stelde een lijst samen met kamers van eilanders die geschikt waren voor de verhuur. Ook wist Banck investeerders van buiten het eiland te interesseren om een luxe Badhotel te bouwen dat in 1887 werd geopend.
Dorpsboeren en polderboeren
Door de aanleg van de Banckspolder deed een nieuw verschijnsel zijn intrede op het eiland, namelijk dat van de ‘dorpsboeren’ en de ‘polderboeren’. Voor 1860 was het op de boerenbedrijfjes geen vetpot. Na de aanleg van de polder kon gewerkt worden aan grondverbetering. Dat leidde tot beter grasland en betere opbrengsten, maar door de geringe afzetmogelijkheden ook tot zware concurrentie. Voordat werd overgegaan tot fabrieksmatige verwerking van de melk, was de verkoop van consumptiemelk in handen van de dorpsboeren. De polderboeren verwerkten hun melk tot boter. De meeste dorpsboeren oefenden ook nog het beroep van voerman uit en twee boeren exploiteerden een logement annex hotel.
Hartwig Arthur von Bernstorff-Wehningen
In 1893 kocht de Duitse graaf Hartwig Arthur von Bernstorff-Wehningen (lid van de familie Von Bernstorff) het eiland voor 200.000 gulden, waarmee een periode van drie generaties Duits adellijk bezit aanbreekt. Von Bernstorff liet naaldbossen aanleggen voor de houtproductie. Vanaf 1906 is Georg Ernst August von Berstorff eigenaar van het eiland. In 1939 overleed Hartwig en zoon Berthold Eugen graaf Von Bernstorff erfde het eiland. Daarmee waren er dus drie generaties Von Bernstorff op het eiland.
Tweede Wereldoorlog en het eiland
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers ten noordoosten van het dorp een radarpost (‘Schleidorp’) en legden een smalspoorlijn (zie hieronder) aan voor het transport per schip van bouwmateriaal. Vrijwel de hele oorlog hadden de bewoners een redelijke verstandhouding met de ongeveer 600 Duitse soldaten. In april 1945 echter (de provincie Groningen werd toen bevrijd door de Canadezen) vluchtten ongeveer 120 SS-ers naar het eiland waar nog steeds een Duits garnizoen aanwezig was. Dat leidde tot een gespannen situatie. De SS-ers werden door de Duitse commandant Wittko ondergebracht in de – ver van het dorp gelegen – boerderij De kooiplaats. Voor de zekerheid houdt Wittko permanent een stuk geschut gericht op de boerderij.
Theun Talsma (boerderij De Kooiplaats) ten tijde van de oorlog
Theun Talsma (kooiker van de eendenkooi) was negen jaar toen hij ineens weg moest uit de boerderij, als een van de vijf kinderen van vader Yde. Want vanuit Zoutkamp was inderhaast een vreemd gezelschap op het eiland aangekomen. Ze hadden huisvesting nodig in de stallen en zolders. Een van hen was een vrede ondervrager van de Sicherheitsdient, Robert Lehnhoff.
Theun had de oorlog tot dan toe beleefd als een groot avontuur. Er was een keer een geallieerd vliegtuig neergekomen. Er was brand uitgebroken en ze dachten dat hun boerderij in de hens stond. Maar wat er aan het einde van de bezetting gebeurde, dat was anders. na de komst van die groep uit Groningen moesten ze de boerderij snel verlaten. De familie Talsma kreeg onderdak dichter bij het dorp.
Gaandeweg kwam het besef wat voor tuig was uitgeweken naar het eiland. Van Ype Talsma noteerde de namen die werden omgeroepen als hij voor het melken van de koeien op het erf kwam. Een gevarieerd collectief oorlogstuig was het, Duitse en Nederlandse SS-ers. Een van hen, Peter Schaap, had op 10 april de begaafde kunstenaar Hendrik Werkman gefusilleerd.
Op het eiland was tot dan toe een Duits garnizoen geleverd van 600 man. De dienstdoend kapitein Wittko was niet blij met de nieuwe groep lastpakken, zo vlak voor het einde van de oorlog. Ze werden ingekwartierd in diverse boerderijen, waaronder De Kooiplaats. Wittko dreigde de groep te beschieten als ze lastig werden.
Bevrijding van het eiland op 11 juni 1945
Na de overgave op 5 mei hielden de SS-ers zich rustig. Op 31 mei landden de Canadezen op het eiland. De Canadezen wilden na de bevrijding van Groningen geen moeite doen om de groep op te pakken op het eiland. Verzetsman Herman Kloppenburg uit Winschoten heeft het voor hen opgeknapt, in het uniform van majoor. Pas op 11 juni 1945 verdwenen de laatste 600 Duitse soldaten van het eiland en kon het eiland zich ook bevrijd weten. De spullen van de bezetters gingen op een brandstapel die drie dagen woedde.
Een Duitse vlag die door de Binnenlandse Krijgskrachten over het hoofd werd gezien, overleefde de brandstapel. De vlag (2.20 bij 1.60 meter) belandde in een doos op de zolder van eilander Willem van der Geest, die met zijn vriend Bauke Henstra afsprak de vlag na zijn overlijden weer naar Groningen te brengen. Zo geschiedde. Zestig jaar na de bevrijding werd de vlag in 2015 overgedragen aan de Stichting Oorlogs- en Verzetsmuseum Groningen. Deze stichting geeft de vlag op haar beurt in bruikleen aan het Groninger Museum.
Eiland geconfisqueerd
Op 27 december 1945 werd het eiland door de Nederlandse staat geconfisqueerd. Graaf Berthold Eugen von Bernstorff kon niet voorkomen dat het eiland van hem werd afgenomen. Van 1939 tot 1945 had hij het eiland in zijn bezit.. Hij probeerde nog in 1964 om het eiland terug te krijgen. Dat lukte niet en hij eiste een schadevergoeding van de Duitse staat. Uiteindelijk kreeg hij in 1983 een vergoeding van 80.000 Duitse Marken. Nadat het eiland hem was afgenomen kwam hij nog wel graag op Schiermonnikoog. De graaf overleed in 1987.
Is Schiermonnikoog Gronings of Fries?
In het najaar van 1945 waagde de burgemeester van de stad Groningen – Pieter Cort van der Linden een poging om het eiland bij de provincie Groningen te krijgen. Hij schreef een officiële brief aan het Nederlands Beheersinstituut (NBI) in Den Haag. Het NBI werd tegen het eind van de oorlog in het leven geroepen om na de oorlog ‘de vermogens te beheren van vijandelijke staten en personen’. De opbrengsten werden gezien als schadevergoedingen en herstelbetalingen aan Nederland.
In zijn brief aan het NBI stelde de burgemeester van Groningen: ‘… dat Uw Instituut genegen was de gronden op het eiland aan de gemeente Groningen over te dragen opdat Groningen zoo spoedig mogelijk een aanvang zou kunnen maken met het werk om het eiland als behoorlijk recreatiecentrum voor de bevolking van de stad Groningen en voor de bevolking van andere steden van ons land tot haar recht te doen komen…”
Een aardige poging, maar deze zou mislukken. ‘Een behoorlijk recreatiecentrum’is Schiermonnikoog’ uiteindelijk geworden. Gronings niet.
Na 1945 kwam het eiland dus in eigendom van de Dienst der Domeinen (Ministerie van Financiën) en werd Schiermonnikoog bestempeld tot natuurreservaat. In 1988 kwam het beheer in handen van Staatsbosbeheer, dat dit vervolgens overdroeg aan Natuurmonumenten. Een jaar later werd het eiland tot Nationaal Park benoemd.
Plaquette op de zijmuur van de Got Tjark (Grote Kerk)
Op de zijmuur van de Got Tjark bevindt zich een plaquette met de namen en sterfdata en plaatsen van 39 oorlogsslachtoffers uit Schiermonnikoog, die in de Tweede Wereldoorlog omkwamen.
Oorlogsmonument
In het plantsoen van de Willemshof, achter het beeld van ‘de Schiere Monnik’, bevindt zich het oorlogsmonument, bestaande uit een boom en zwerfkei met tekst.
De cultuur historische vereniging ‘t Heer en Feer
De Vereniging ‘t Heer en Feer op het eiland heeft tot doel het opsporen, registreren en zo mogelijk zelf verzamelen, bewaren en onderhouden van het eilander erfgoed in de ruimste zin van het woord. Ook wil zij de belangstelling voor dit erfgoed bevorderen onder allen die zich met het eiland verbonden voelen.
Door middel van foto’s en documenten wordt de geschiedenis van het eiland bewaard.
Interessant stukje over de geschiedenis van Schiermonnikoog. Er staat echter wel een fout in: Huisje Marten komt niet uit 1721, maar uit 1724. Het laatste cijfer op de gevel is een vier. Misschien even aanpassen?
dankjewel saskia, we gaan het uitzoeken waar de fout vandaan komt en het aanpassen:) heb je wellicht nog meer info over schiermonnikoog?
Op Waddenverhuur vind je alles wat te maken heeft met recreatie rond het waddengebied. Bezoekers kunnen accommodaties rechtstreeks bij de eigenaren boeken zonder tussenkomst van een 3e partij.